Tip 1 : Vermijd kosten door de juiste mortel te kiezen

Hoewel alle mortels quasi uit dezelfde ingrediënten bestaan, zijn ze niet allemaal hetzelfde. Ze bestaan voor 90 tot 95% uit zand en cement, aangevuld met additieven, een beetje zoals peper en zout in de keuken. Net als bij een goed gerecht zijn het de hoeveelheden aan ingrediënten en de kruiding die de smaak maken (of, in het geval van mortels, het gedrag bepalen). Een foute mortel (niet aangepast aan de baksteen, de weersomstandigheden en/of de toepassing) kan leiden tot een laag rendement of, in het ergste geval, tot een slechte kwaliteit van het gemetste oppervlak met nodeloze kosten tot gevolg. Je kan hier lezen hoe je dit vermijdt.

De keuze van de juiste mortel hangt af van

  • de baksteen of meer specifiek, zijn water opnemend vermogen : kies je mortel op basis van de IW (Initiële Wateropname)-waarde die je op de technische fiche van de baksteen vindt. Bakstenen met IW1 (zeer weinig zuigend) zullen, in combinatie met een mortel voor sterk zuigende stenen, na een paar lagen beginnen ‘drijven’. Gevolg : droog- en dus wachttijd alvorens verder te kunnen metselen en een bedenkelijke hechting. Als je zeker en snel wil zijn, maak dan gebruik van een mortelselector ; waarmee je automatisch en onmiddellijk advies krijgt over de gepaste mortel voor jouw project.
  • de weersomstandigheden : bij hoge temperaturen zoals we deze zomer gekend hebben, droogt een mortel (te) snel uit met het risico dat de cement niet volledig reageert en onvoldoende hechting biedt. Als de mortel afgestemd is op de baksteen, zoals in het puntje hierboven besproken, wordt dat risico al grotendeels beperkt en in combinatie met het nabehandelen, vermeden. Bij vriestemperaturen treedt het omgekeerde fenomeen op en droogt de mortel te traag uit. Kies in dat geval voor een vorstmortel die er, door toedoen van een toeslagstof, voor zorgt dat het uithardingsproces correct verloopt.

Hulp nodig bij het kiezen van de juiste mortel? Wij helpen je graag verder! Contacteer ons hier